Op 6 februari stortte meteoriet die niemand had zien aankomen op 1000 km. van Brazilië met de kracht van een atoombom in de Atlantische Oceaan
Hier hoeven we volgens de NASA de komende paar honderd jaar niet bang voor te zijn. Desondanks wordt nu al onderzocht of dergelijke enorme rotsblokken uit de ruimte met kernwapens kunnen worden vernietigd.
Op 7 maart passeert een asteroïde van 21 tot 52 meter groot met 55.000 kilometer per uur de Aarde. Probleem is dat astronomen op dit moment niet goed kunnen inschatten hoe dichtbij het enorme rotsblok, dat ongeveer twee keer zo groot is als de meteoriet die in februari 2013 in de Oeral neerstortte, tot onze planeet zal komen. Dat kan op een veilige afstand van 14 miljoen kilometer gebeuren, maar ook slechts 20.000 kilometer. Een botsing achten experts voor zo goed als uitgesloten, maar wordt desondanks niet voor onmogelijk gehouden.
Ter vergelijk: de afstand tussen de Aarde en de maan bedraagt zo’n 385.000 kilometer. De meeste communicatiesatellieten bevinden zich keer zo ver van onze planeet als de minimale passeerafstand van de asteroïde, die wordt aangeduid als 2013TX68.
20.000 kilometer is in de astronomie dan ook een buitengewoon korte afstand. ‘Hij komt heel dichtbij, maar zal ons niet raken,’ stelt Gerald McKeegan, astronoom van het Cabot Space & Science Center in het Amerikaanse Oakland ,de mensheid gerust. Echter, als de astronomen zelfs maar de kleinste rekenfout hebben gemaakt, dan zou het object in theorie wel degelijk kunnen inslaan.
6 februari: Brazilië ontsnapt aan ramp
De Aarde wordt dagelijks door zo’n 40 ton steentjes en ruimtestof getroffen. Verreweg het meeste daarvan verbrandt in de atmosfeer. Grote blokken dringen daar echter (deels) doorheen, zoals op 6 februari nog gebeurde, toen een meteoriet, die helemaal niemand had zien aankomen, op zo’n 1000 kilometer afstand van Brazilië in de Atlantische Oceaan stortte. Dat gebeurde met een kracht van 13.000 ton TNT, ongeveer net zo sterk als de eerste atoombom die in 1945 de Japanse stad Hiroshima verwoestte.
Ook de meteoriet die zo’n 3 jaar geleden bij het Russische Chelyabinsk insloeg kwam als een volslagen verrassing voor astronomen. Dit grote rotsblok explodeerde met een kracht van 500.000 ton TNT in de lucht –dus bijna 40 Hiroshima-atoombommen-, en richtte op tientallen kilometers afstand grote schade aan gebouwen aan, waarbij meer dan 1000 mensen gewond raakten. In oktober van dat jaar werd een stuk van 570 kilo van deze meteoriet geborgen.
In maart vorig jaar dook opnieuw een niet eerder opgemerkte asteroïde vlakbij onze planeet op, en passeerde ons op slechts 61.637 kilometer. Het object 2014EC was ongeveer net zo groot als een bus.
NASA onderzoekt kernwapens tegen asteroïden
Mocht 2013TX68 daadwerkelijk in botsing komen met de Aarde, dan zullen de verwoestingen velen malen groter zijn dan in 2013 in de Oeral. De NASA is er echter van overtuigd dat het zover niet zal komen – sterker nog, de komende ‘honderden jaren’ zouden we niet bang hoeven zijn voor een dergelijke gigantische ramp.
Desondanks worden alle bekende potentieel gevaarlijke asteroïden en meteorieten in kaart gebracht, en wordt onderzocht of die in de toekomst met kernwapens vernietigd kunnen worden zodra ze een bedreiging voor de mensheid gaan vormen. Vorig jaar waren al zo’n 1400 van dit soort objecten ontdekt. Ongeveer 10% is groter dan 1 kilometer. De inslag van een dermate grote asteroïde kan in het slechtste geval vrijwel al het leven op Aarde uitroeien.
Voorzorgsmaatregel, of…?
Is het lokaliseren van deze objecten enkel een tijdige en verstandige voorzorgsmaatregel, of weet de NASA meer dan het kwijt wil, en is de daadwerkelijke bedreiging van asteroïden zoals 2013TX68 veel groter dan wordt toegegeven?
Sowieso is de vraag gerechtvaardigd of organisaties en regeringen hun bevolkingen wel op de hoogte zullen stellen als ze weten dat een rotsblok uit de ruimte op Aarde gaat neerstorten, en mogelijke miljoenen slachtoffers zal maken. Zal men zoveel mogelijk mensen proberen te redden, of onder het mom van het voorkomen van paniek niets zeggen totdat het veel te laat is?
David D. Letterman
(1) KOPP